Figuur 1. PISA 2022, How well did 15-year-old students in the Netherlands do on the test? Trends in mathematics, reading and science performance

Het Programme for International Student Assessment (PISA) onderzoek is een driejaarlijks grootschalig internationaal vergelijkend trendonderzoek naar de vaardigheden en kennis in wiskunde, lezen en natuurwetenschappen van 15-jarigen. Daarbij ligt de focus niet op wat leerlingen precies leren op school, maar op hoe zij hun kennis en vaardigheden in het dagelijks leven toepassen. De PISA-toets en -vragenlijsten van 2022 zijn in 81 landen afgenomen: 37 OESO-landen en 44 partnerlanden. In totaal betrof dit ruim 600.000 leerlingen. In Nederland hebben 5.046 15-jarige leerlingen afkomstig van 154 scholen voor voortgezet onderwijs deelgenomen aan PISA-2022.

Leesvaardigheid

PISA kent zes vaardigheidsniveaus voor leesvaardigheid waarbij niveau 1 het laagste niveau is en niveau 6 het hoogste niveau. Het vaardigheidsniveau dat leerlingen volgens PISA moeten beheersen om goed te kunnen functioneren op school en in onze maatschappij, is niveau 2. Leerlingen die niveau 6 halen worden gezien als excellente lezers. In 2022 presteert in Nederland 33% van de 15-jarigen onder niveau 2. Deze leerlingen kunnen door hun zwakke taalvaardigheid waarschijnlijk minder goed functioneren op school en in de maatschappij, en lopen het risico laaggeletterd het onderwijs te verlaten. In de afgelopen jaren is het percentage leerlingen in Nederlands dat onder niveau 2 scoort gegroeid. Tussen 2003 en 2012 lag dit tussen de 10-15% van de leerlingen. In 2015 steeg dit naar 18% en in 2018 naar 24%. Deze lijn is doorgezet in 2022 naar 33%.

Wiskunde

PISA maakt onderscheid in verschillende vaardigheidsniveaus voor wiskunde. Er wordt van uitgegaan dat leerlingen minstens niveau 2 moeten halen om als zelfstandige burgers deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Leerlingen die lager dan niveau 2 presteren worden volgens de PISA-definitie beschouwd als ‘onvoldoende wiskundig geletterd’. Leerlingen die het hoogste niveau halen (niveau 6) worden gezien als ‘excellent wiskundig geletterd’.

Ruim een kwart van de Nederlandse leerlingen (27%) haalt in 2022 niet het tweede vaardigheidsniveau en valt daarmee in de PISA-categorie ‘onvoldoende wiskundig geletterd’. Nederland zit daarmee op het prestatieniveau van het EU14-gemiddelde, waar 28% niet verder komt dan het eerste vaardigheidsniveau het percentage onvoldoende wiskundig geletterden in 2022 flink toegenomen ten opzichte van 2018. In 2018 presteerden nog 16% van de Nederlandse 15-jarigen onder het tweede PISA-niveau.  Ook opvallend: de prestaties zijn sterker gedaald voor vmbo leerlingen dan voor havo- en vwo-leerlingen

Figuur 2. Gemiddelde toetsscores wiskunde PISA-2006 t/m PISA-2022, naar opleidingstype (Nederland)

Natuurwetenschappen

De gemiddelde score van Nederlandse 15-jarigen op de PISA-toets over natuurwetenschappen is in PISA-2022 488. Dat is lager dan in 2018. Het OESO-gemiddelde ligt in PISA-2022 op 485. De gemiddelde score van de EU14-landen is in PISA-2022 gelijk aan die van Nederland (488). In 2022 verschilt de Nederlandse score voor natuurwetenschappen niet significant van de scores van de OESO en de EU14. De voorsprong van Nederland ten opzichte van het OESO- en EU14-gemiddelde uit de voorafgaande meting is in 2022 verdwenen.

Conclusie

Tot slot enkele andere opvallende conclusies uit het onderzoek:

  • De prestaties van meisjes in wiskunde en natuurwetenschappen zijn sterker gedaald dan de prestaties van jongens.

  • Het opleidingsniveau van ouders hangt sterk samen met de prestaties van hun kinderen op de PISA-toets.

  • Ruim een derde van de leerlingen voelt soms of vaak druk om online te moeten zijn en berichten te beantwoorden terwijl ze in de les zitten.

  • Driekwart van de 15-jarigen is positief over de hulp van hun docenten toen zij thuis onderwijs moesten volgen, ruim de helft geeft wel aan dat zij achter raakten met hun schoolwerk.