Het CPB heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen de kans op werk of de hoogte van het startsalaris en de keuze voor een opleiding. Uit het onderzoek blijkt dat scholieren hun studiekeuze niet aantoonbaar op de baankansen en startsalarissen van een opleiding baseren. In het CPB-onderzoek werden voor verschillende onderwijsniveaus en studierichtingen de arbeidsmarktperspectieven naast studie-inschrijvingen worden gelegd.

Geen aantoonbaar verband tussen studiekeuze en baankans

Een illustratief voorbeeld zijn wetenschappelijke economische opleidingen. Hoewel het arbeidsmarktperspectief voor afgestudeerden in economische richtingen al geruime tijd daalt, is het aantal inschrijvingen in deze studierichting de afgelopen jaren licht is gestegen. Uit gegevens blijkt dat het aantal inschrijvingen in verschillende studierichtingen niet samenhangt met het perspectief op de arbeidsmarkt.

De keuze van een studie is van invloed bij het betreden van de arbeidsmarkt, met verschillen in startsalaris en baankans tussen sectoren en opleidingen. Deze verschillen kunnen in de loop der tijd aanzienlijk zijn. Zo ligt het uurloon voor de hbo-studierichting taal en cultuur de afgelopen jaren lager dan de startsalarissen van andere hbo-opleidingen. Daarentegen ligt het startsalaris voor afgestudeerden van technische mbo-opleidingen de laatste jaren ongeveer 20% hoger dan het startsalaris in de sector handel.

Risico’s van mismatch studiekeuze en arbeidsmarkt

Omdat studie-inschrijvingen nauwelijks reageren op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, bestaat het risico dat arbeidstekorten in bepaalde sectoren blijven bestaan. Tegelijkertijd lopen afgestudeerden zonder de juiste vaardigheden een grotere kans op werkloosheid. Economisch gezien zou het gunstig zijn als jongeren bij hun studiekeuze meer rekening houden met veranderende arbeidsmarktperspectieven.

Betere voorlichting kan studiekeuze beïnvloeden

Eerder onderzoek toont aan dat betere informatievoorziening aan scholieren kan helpen om de studiekeuze aan te passen. Experimenten waarbij (toekomstige) mbo-studenten expliciete informatie krijgen over de arbeidsmarkt, laten zien dat dit de studiekeuze enigszins kan bijsturen. Dit onderzoek is echter beperkt en richt zich voornamelijk op het vmbo en mbo.